Toen was een brief schrijven heel gewoon

Als kind in de jaren ’80 stond ik er niet bij stil dat in een verre toekomst een brief in je brievenbus ontvangen een heel bijzondere gebeurtenis zou zijn.

Voor mij was dat toen al een heerlijk pleziertje, waar ik naar uitkeek. Hoorde ik van in mijn kamertje een luide plof, ten teken dat de post zijn werk goed gedaan had, dan holde ik twee verdiepingen houten trap naar beneden. Vol hoop op een brief, speciaal voor mij! Ik had penvriendinnen in België, Nederland en zelfs Suriname. Van deze laatste vond ik het heel bijzonder dat ik haar gewoon in het Nederlands kon schrijven. Op flinterdun luchtpostpapier! 

Ook naar vriendinnen op school schreef ik brieven. Kleine briefjes, onder tafel doorgegeven in de klas. Of langere vellen, de avond ervoor uitvoerig beschreven. Ik zag mijn klasgenoten elke dag op school, toch was een brief schrijven én ontvangen steeds als een cadeautje geven of krijgen!

Daarom is een brief schrijven, en krijgen, in mijn ogen helemaal niet uniek. Het hoort ergens bij mijn leven. Het hoort bij mij. Was het gedurende mijn eerste jaren als mama wat in de vergeethoek geraakt, ondertussen heb ik enkele vriendinnen met wie ik af en toe eens wat zelfgeschreven leeslekkers uitwissel.

Ook durf ik het aan om naar ‘nieuwe’ vriendinnen, waarvan ik niet weet hoe het ze zal bevallen, geheel onverwacht een brief te sturen.  Maar laatst werd ik zowaar heel overmoedig. Ik schreef plompverloren een vraag neer op het briefpapier, waar ik zelf amper een antwoord op weet. En ach, voor het opschrijven is er niet veel moed nodig. Maar wel om onder ogen te zien dat het zowaar heel veeleisend is om op de vraag Waar droom je van? een antwoord te verwachten. En beseffen dat ook ik het antwoord niet weet op deze vraag, maakt me zowaar verlegen.

Want vandaag is het tijdperk van internet. En internet staat bol van verhalen: ik jaag mijn droom achterna!, ik leef voluit mijn droom!, ontdek met mijn cursus/workshop/opleiding/boek/… (vul zelf in) wat jouw droom is… Hoezo? Weet jij nog niet wat je droom is?

Op dat gebied is er met mijn mini-versie uit de jaren ‘80 niet veel veranderd. Ja, ik heb ondertussen een diploma behaald en werk gevonden. Ja, ik ben drie keer mama geworden. Ja, ik heb een man, een huis, een beestje en een tuintje. Ik ben ook gescheiden, ben alleen gaan wonen in een eigen huisje, heb liefdesverdriet gekend en heb mezelf nadien teruggevonden. Heb leuke projecten gestart en ben op bijzondere plekken geweest. Waren dat allemaal dromen toen ik kind was? Ik denk van niet. Het gebeurde gewoon. Het leven diende zich zo aan en ik rolde er in. Ik herinner me geen grootse dromen. Net zoals ik nu ook geen grootse dromen heb.

En blijkbaar, als ik internet mag geloven, is er dus iets mis met mij. Moeten we wel echt weten wat onze droom is? Mogen we ook niet gewoon kijken naar wat het leven ons brengt en daar het beste van maken?

Misschien moet ik me wenden tot mijn huidige penvriendinnen om het antwoord te weten op deze vragen. Misschien zijn deze vragen niet gemaakt voor een “vluchtig internet”-antwoord. Misschien worden ze het best beantwoord op een bedachtzaam, vol aandacht en liefde volgeschreven vel. Welke je dan knisperend in je hand kan houden, terwijl je de tijd neemt om het te lezen.

Mijn moeder die zei altijd: Tja, ons dochterke… God schept den dag, en zij fladdert er zo door… Lang heb ik heb die woorden als berisping ervaren. Maar zeg me: welk geluk is er groter dan zorgeloos te kunnen fladderen?

Als je het antwoord weet: schrijf me!


Oproep: koester jij een brief?